6 diensten, 3 erkenningskaders

3 onderscheiden erkenningskaders, uitgewerkt door de gefedereerde entiteiten bevoegd voor hulpverlening aan verdachten, veroordeelden, geïnterneerden en hun familie en naasten, regelen de erkenning en subsidiëring van de Brusselse diensten voor justitieel welzijnswerk.

In concreto betekent dit dat in Brussel:

  • 1 dienst justitieel welzijnswerk (binnen een centrum voor algemeen welzijnswerk) erkend is door de Vlaamse Gemeenschap;
  • 1 dienst erkend door de Franse gemeenschap;
  • 4 diensten justitieel welzijnswerk erkend zijn door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

Wettelijke basis voor de bevoegdheid van de gemeenschappen

Staatshervormingen van de jaren tachtig

De wettelijke basis van de interventie van de gemeenschappen ligt in de staatshervormingen van de jaren tachtig. De verantwoordelijkheid inzake de ‘sociale hulpverlening aan gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie’ werd toen overgeheveld naar de gemeenschappen. De wetgever wilde hiermee het recht van gedetineerden op maatschappelijke hulpverlening waarborgen, onafhankelijk van de strafrechtelijke interventie. De hulpverlening die nauw verbonden is met de uitvoering van strafrechtelijke beslissingen bleef een bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst Justitie.

Hierdoor wordt ook de specificiteit van het justitieel welzijnswerk georganiseerd door de gemeenschappen duidelijk: hulpverlening die gevraagd of aanvaard wordt, vertrekkende vanuit een welzijnsperspectief en onafhankelijk van het justitiële kader waarbinnen de hulp geboden wordt.

Basiswet 2005

Met de inwerkingtreding van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden werd dit recht op maatschappelijke dienstverlening verder verankerd.

Samenwerking tussen de FOD Justitie en de gemeenschappen

Er werden samenwerkingsakkoorden gesloten tussen de minister van Justitie en de Franse Gemeenschap in 1994, de Vlaamse Gemeenschap in 1994 en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in 1999. 

Deze samenwerkingsakkoorden betekenen een bijkomende erkenning van de gemeenschapsinterventie binnen de gevangenissen. Ze regelen de gezamenlijke opdracht en de onderscheiden bevoegdheden van de gemeenschapsdiensten enerzijds en de federale diensten anderzijds en voorzien overlegstructuren voor de coördinatie van het hulpverleningsbeleid.

Op naar meer samenhang in het aanbod

Er werden heel wat coördinatieorganen, overlegstructuren, federaties en samenwerkingsstructuren gecreëerd binnen de sector die de realisatie van een globaal, geïntegreerd en kwaliteitsvol Brussels hulpverleningsaanbod bevorderen.

In 2009 hebben de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest onderling een samenwerkingsakkoord afgesloten om hun interventies op het vlak van het gevangeniswezen te coördineren.

De Vlaamse Gemeenschap voert sinds de goedkeuring van het Vlaams Strategisch Plan in 2000 een geïntegreerd beleid voor de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Haar diverse beleidsdepartementen (welzijn, gezondheid, onderwijs, werk, cultuur en sport) stemmen hun respectievelijke doelstellingen en interventies inzake deze materie op elkaar af.

Elke entiteit bevoegd voor justitieel welzijnswerk binnen de Brusselse gevangenissen stelt bovendien een 'gemeenschapscoördinator' aan die de verschillende bevoegde overheden en respectievelijke diensten voor justitieel welzijnswerk vertegenwoordigt. De Brusselse interministeriële conferentie van 5 mei 2011 (zie hieronder) vraagt bovendien dat de bevoegde ministers zich ertoe zouden verbinden de werkingswijze van de coördinatoren te harmoniseren, ten minste wat hun werkingswijze naar de directies toe en in de gevangenissen betreft.

Ook de Franse Gemeenschapscommissie, bevoegd voor justitieel welzijnswerk buiten de Brusselse gevangenissen, beschikt over een sectorcoördinator voor haar diensten.

De andere externe organisaties werkzaam binnen de gevangenis (onderwijs en vorming, geestelijke gezondheidszorg, tewerkstelling, sport, cultuur, herstelbemiddeling,…), beschikken ten slotte ook over een coördinator die hen vertegenwoordigt. Een uitzondering hierop is dat die diensten die hun activiteiten uitoefenen binnen het kader van het Vlaams Strategisch Plan, vertegenwoordigd worden door de 'gemeenschapscoördinator' (beleidscoördinator) van de Vlaamse Gemeenschap.

Om het hoofd te bieden aan de veelvuldigheid aan actoren en bevoegde overheden inzake het justitieel welzijnswerk in Brussel, en overeenkomstig de grondwettelijke overleg- en coördinatiebevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, neemt het Verenigd College ten slotte verschillende initiatieven om de organisatie van deze sector te ondersteunen. Hieronder worden deze initiatieven toegelicht.

Het overlegcomité justitieel welzijnswerk

Het Verenigd College besluit in zijn vergadering van 25 maart 1999 het initiatief te nemen tot de oprichting van een ‘overlegcomité justitieel welzijnswerk’, als coördinatieorgaan voor alle Brusselse diensten (Vlaamse Gemeenschap, Franse Gemeenschap/Franse Gemeenschapscommissie en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie) die actief zijn op het vlak van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden.

Het overlegcomité komt voor de eerste maal samen op 9 november 2005 en het ministerieel besluit dat dit comité officialiseert, wordt goedgekeurd in maart 2006. Deze tekst wordt opgeheven en vervangen door het ministerieel besluit van 4 juni 2013 dat de uitbreiding van de deelnemers van het overlegcomité formaliseert.

Overeenkomstig dit besluit staat het comité in voor:

  • de organisatie van een permanent overleg tussen alle betrokkenen;
  • het ondersteunen en bevorderen van samenwerking en coördinatie op uitvoerend vlak;
  • het geven van advies aan de bevoegde overheden over het gevoerde en te voeren beleid inzake justitieel welzijnswerk op het grondgebied Brussel-Hoofdstad.

Het overlegcomité komt maandelijks bijeen en is samengesteld uit een vertegenwoordiger per bevoegde minister, een vertegenwoordiger per bevoegde administratie, een vertegenwoordiger per erkende en gesubsidieerde dienst, een coördinator per gemeenschap (Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Franse Gemeenschap en Vlaamse Gemeenschap) en een coördinator van de bijzondere externe diensten of andere externe diensten voor justitieel welzijnswerk en bijstand aan gedetineerden.

Bovendien wordt het ook mogelijk vertegenwoordigers/deskundigen van andere diensten uit te nodigen.

De vertegenwoordiger van de minister van Justitie, een vertegenwoordiger per lokale directie en een vertegenwoordiger van de gewestelijke directie worden om de drie maanden op de vergaderingen uitgenodigd.

Het Brussels strategisch plan

Voor een optimale organisatie van dit nieuwe overleg heeft het Verenigd College eind 2005 het initiatief genomen voor het ontwerp van een Strategisch Plan voor hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit plan schetst de opdracht, de visie en de krachtlijnen van het beleid voor de tien volgende jaren. Het strategisch plan wordt goedgekeurd door het Verenigd College op 3 juli 2008.

Strategische visie

De gemeenschappelijke strategische visie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, opgenomen in dit plan, luidt als volgt:

"De overheid waarborgt het recht van alle gedetineerden en hun directe sociale omgeving op een globale, geïntegreerde en kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening. Dit moet hen toelaten, met het oog op hun sociale re-integratie, actief deel te nemen aan het maatschappelijke, economische, politieke en culturele leven, overeenkomstig de rechten van de mens."

Deze strategische visie voorziet dat alle bevoegde overheden in Brussel zich gezamenlijk garant stellen voor het recht van gedetineerden op hulp- en dienstverlening die door de overheid georganiseerd wordt op het vlak van welzijn, gezondheid, cultuur, onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting, enz.

Coördinatie

De noodzaak van een nauwere coördinatie wordt benadrukt, zowel op het vlak van de diensten als tussen de bevoegde gemeenschapsoverheden. Er wordt een coördinatiestructuur uitgewerkt op drie niveaus:

  • de coördinatie tussen de federale overheid en de bevoegde gemeenschapsoverheden,
  • de coördinatie tussen de bevoegde gemeenschapsoverheden
  • en de samenwerking tussen de diensten.

Drie aparte entiteiten staan gezamenlijk in voor de verschillende coördinatieopdrachten:

  • een interkabinettenwerkgroep,
  • het overlegcomité
  • en de GGC-coördinator.

De interkabinettenwerkgroep, waarin de bevoegde overheden en hun administratie samenkomen, staat in voor de coördinatie op het vlak van:

  • de toepassing in Brussel van de basiswet, en meer bepaald het detentieplan;
  • de toepassing van de verschillende strategische plannen van de bevoegde gefedereerde entiteiten;
  • de onderhandeling met de federale overheid van één enkel samenwerkingsakkoord voor Brussel, samen met alle bevoegde overheden.

De coördinator van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie staat enerzijds in voor de vertegenwoordiging en ondersteuning van de bicommunautaire diensten en is anderzijds belast met de ondersteuning van het overleg en het bevorderen van de dialoog en de samenwerking tussen de talrijke actoren inzake justitieel welzijnswerk in Brussel.

Transversaliteit via de interministeriële conferenties

De door het Verenigd College goedgekeurde strategische visie gaat ervan uit dat gevangenen van dezelfde diensten als de vrije burgers moeten kunnen genieten (werk, gezondheid, sociale hulp, opleiding, enz.). Er moet voor deze materies dus een transversaal beleid worden ontwikkeld.

Het strategisch plan voorziet daarom in de jaarlijkse organisatie van een Brusselse interministeriële conferentie waarvan de behandelde thema’s gekozen worden door de permanente interkabinettenwerkgroep op basis van een voorstel van het overlegcomité.

Zowel de ministers bevoegd voor justitieel welzijnswerk als de ministers bevoegd voor de geselecteerde thematieken zijn op deze conferenties aanwezig. De eerste interministeriële conferentie heeft plaatsgevonden op 5 mei 2011 en heeft zich gewijd aan de de coördinatie, informatie, opleiding, gezondheid en het ontslag uit de gevangenis.

Op heden zijn een aantal beslissingen van deze conferentie geconcretiseerd, met name: de ontwikkeling van een informatiebrochure voor de familie en naasten van de gedetineerden (zie sectie downloads); het opstarten pilootproject dat ‘startkitten’ toekent aan invrijheidgestelde gedetineerden zonder inkomsten en, tot slot, de creatie van deze website die het aanbod van de Brusselse diensten voor justitieel welzijnswerk promoot ten aanzien van professionals.

Denkdag Justitieel Welzijnswerk in Brussel

Op 30 april 2013 heeft de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie het initiatief genomen voor de organisatie van een denkdag rond het justitieel welzijnswerk in Brussel.
De input en aanwijzingen verzameld tijdens deze halve studiedag moeten als basis dienen voor het opmaken van een vijfjarig Brussel Strategisch Plan voor justitieel welzijnswerk. In mei is trouwens een begeleidingscomité opgericht, belast met de redactie van dit plan: tot eind november zijn hiervoor 6 halve dagen voorzien.

Download hier het verslag van de denkdag inzake het justitieel welzijnswerk in Brussel - 30 april 2013 (PDF).

Relevante wetgeving